Wednesday 23 October 2013

Een volledige RI&E en RIE

Een risico-inventarisatie en –evaluatie moet volgens de Arboregeling volledig zijn. Er worden structurele risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden mee in kaart gebracht. Het is niet de bedoeling te blijven steken in symptoombeschrijving en symptoomaanpak.

Hoe kun je als bedrijf de volledigheid van een RIE-rapportage combineren met een systeembenadering? Je kunt ervoor kiezen op zoek te gaan naar de meer structurele risico’s op arbogebied (de basisrisicofactoren) en deze te beschrijven aan de hand van een aantal voorbeelden. Hiermee krijg je inzicht in structurele verbeterpunten. De aanpak van deze punten kunnen ook vele andere arbozaken verbeteren, zonder dat deze zijn bekeken en in de rapportage benoemd.

Het bedrijf moet volgens de wet alle gevaren herkennen/beoordelen en zo mogelijk omzetten naar risicoscenario’s. De RIE mag afhankelijk van het soort en de grootte van de risico’s globaal zijn, maar moet diepgaand zijn als er een aparte inventarisatieplicht bestaat (Arbobesluit). De resultaten hiervan moeten aan de risico-inventarisatie en –evaluatie worden toegevoegd. Als de risico’s het toestaan, mag het bedrijf de onderzoeken in fasen uitvoeren. Deze aanpak moet verplicht worden opgenomen in de RI&E. Ook moet de eventueel gefaseerde aanpak zijn opgenomen in het plan van aanpak. Wanneer je  kiest voor een gefaseerde aanpak, moet het in de eerste ronde zeker de belangrijkste risico’s beschrijven. Deze kunnen niet doorgeschoven worden naar een volgende fase.

Afwegingen die u moet maken.
Volledigheid moet zoveel mogelijk worden nagestreefd, maar pas op dat je niet verzandt in details. Een gedetailleerde RI&E maken, kost veel tijd en geld. En je loopt het risico dat belangrijke informatie ondersneeuwt. Een bijkomend nadeel is dat te veel gedetailleerdheid wel een lijvig rapport maar weinig enthousiasme bij medewerkers en management oplevert.
Maak vooraf een tijdsplanning en zorg dat het traject niet te lang duurt. Als het maken teveel tijd kost, word je ingehaald door de actualiteit.

Tuesday 22 October 2013

Houdbaarheid van RI&E en RIE

Hoe vaak moet je een RI&E maken? Deze vraag wordt regelmatig gesteld aan Arbo Adviseurs. Er zijn bedrijven die deze (zekerheidshalve) ieder jaar maken. Maar is dat ook nodig? En, kom je nog wel toe aan de uitvoering van je plan van aanpak? 

Een belangrijke taak van preventiemedewerkers is het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie met daaraan gekoppeld een plan van aanpak. Vervolgens moet er periodiek een evaluatie van het beleid plaatsvinden. Dat is nodig om dit beleid eventueel bij te stellen op basis van actuele ontwikkelingen en nieuwe inzichten. Maar moet je daarvoor ieder jaar een RIE uitvoeren?

Als je deze correct hebt gemaakt, kun je hier afhankelijk van je bedrijfssituatie soms jaren mee vooruit. Aanpassingen zijn alleen nodig wanneer er iets wijzigt in de bedrijfssituatie. Hierbij kun je denken aan:
-      Een (ingrijpende) verbouwing of nieuwbouw
-      Een wijziging in het productieproces of werkmethode
-      Nieuwe machines, hulpmiddelen of bedrijfsstoffen
-      Toevoegen van een nieuw productielijn
-      Een ingrijpende wijziging van werknemerstaken

Anderen redenen om er opnieuw naar de te kijken zijn wanneer het aantal ongevallen stijgt, of het ziekteverzuim opvallend toeneemt. Ook is een aanpassing noodzakelijk als de ontwikkelingen in de wetenschap en de techniek daartoe aanleiding geven.

Voor het uitvoeren hiervan kun je gebruik maken van branchespecifieke instrumenten , zie www.rie.nl. Het voordeel is dat ze zijn toegeschreven op de gevaren die in de eigen branche voorkomen. Een nadeel is dat bedrijven binnen een branche soms grote verschillen laten zien. Hierdoor bestaat het risico dat er bepaalde aspecten niet of onvoldoende worden belicht. Je kunt ook een algemeen RI&E-instrument gebruiken bijv. www.ima-online.nl. In de IMA online kun je eigen (branchespecifieke) vragen en modules toevoegen. Ook kun je gebruik maken van de arbocataloguswijzer. Deze verwijst naar de arbocatalogi van de verschillende branches.

Belangrijk aandachtspunt is dat zowel de RIE als het Plan van aanpak ‘levende documenten’ moeten zijn.


Monday 21 October 2013

De RI&E of RIE als basis voor het arbobeleid

Ieder bedrijf in Nederland is volgens de arbowet verplicht om een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te hebben. De RI&E vormt de basis van het arbobeleid en bestaat uit de volgende elementen:
-          inventariseren van de gevaren op de werkvloer;
-          uitzoeken of deze gevaren risico’s kunnen vormen;
-          een inschatting maken van de grootte van de risico’s;
-          maatregelen bedenken om de risico’s te verminderen;
-          een plan van aanpak maken waarin de risico’s in volgorde van prioriteit worden opgepakt.

Het betreft als het ware een stappenplan van weten, wegen, werken en waken. Voor het wegen van de risico’s wordt doorgaans het model van Kinney & Wiruth gebruikt. Deze methode wordt (ten onrechte) vaak Fine and Kinney genoemd.

De risico-inventarisatie en -evaluatie is geen eenmalige actie. Het moet een levend document zijn, wil je er ook rendement uithalen. Wanneer de situatie in het bedrijf wijzigt, bijvoorbeeld door een verbouwing of het toevoegen van een nieuwe productielijn, moet voor dit deel het stappenplan weer opnieuw worden uitgevoerd. Bij een bedrijf met meerdere filialen kan met één document gewerkt worden wanneer de gevaren op de verschillende locaties ongeveer gelijk zijn. Wanneer dat niet het geval is, kun je in één document de algemene gevaren en vervolgstappen beschrijven. Vervolgens beschrijf je per filiaal de specifieke gevaren en de bijbehorende vervolgstappen.


In principe mag iedereen een RIE maken. In de praktijk is het vaak de preventiemedewerker die deze taak oppakt of hierbij een coördinerende taak heeft. In een aantal gevallen moet de RIE getoetst worden. Een toetsing is niet nodig wanneer het bedrijf maximaal 25 medewerkers in dienst heeft, of een door de branche erkend instrument heeft gebruikt voor de risico-inventarisatie. Het bedrijf dient dan te vallen onder de betreffende branche.